Zowel werkgevers als werknemers voorzichtiger op de arbeidsmarkt

Ondanks de afnemende spanning op de arbeidsmarkt ervaren acht van de tien werkgevers nog steeds een tekort aan personeel. Vooral werknemers in techniek, productie en ICT zijn lastig te vinden. Daarnaast ervaren werkgevers vooral knelpunten in hun zoektocht naar personeel met een mbo-diploma en is de concurrentie om mensen met werkervaring groot. Dat blijkt uit onderzoek van AWVN naar de stand van zaken op de arbeidsmarkt. 

De werkgeversvereniging verklaart de relatieve afkoeling van de arbeidsmarkt door de economische onzekerheid en de berichten over bedrijfssluitingen, met name in de industrie. Zowel werkgevers als werknemers opereren daardoor voorzichtiger op de huidige arbeidsmarkt. Werknemers zijn honkvaster geworden en wisselen minder snel van baan. 

• Lees ook: Twee op de drie ondernemers kampt met personeelstekort. Dit is hoe ze dat gaan aanpakken.

Minder verloop, maar werkdruk blijft hoog

Het verloop van personeel neemt af, zo blijkt uit de enquête. Het behoud van personeel is door de afkoelende markt makkelijker geworden, vinden de werkgevers. Wanneer zij wel moeite hebben personeel te behouden, komt dat door gunstiger arbeidsvoorwaarden, doorgroeimogelijkheden en meer flexibiliteit in roosters of werktijden bij andere bedrijven.

Een belangrijk gevolg van het nog steeds moeilijk vervullen van veel vacatures is een hogere werkdruk. Tachtig procent van de werkgevers meldt dit. Dit is zorgwekkend, omdat een aanhoudende hoge werkdruk kan leiden tot ziekte of vertrek van personeel. Daardoor kan een vicieuze cirkel ontstaan van hogere werkdruk, uitval en daardoor een nog hogere werkdruk. 

Dienstverlening onder druk door krapte

Dit geldt ook voor overwerken, wat bij 45 procent van de werkgevers gebeurt vanwege personeelstekorten. Bij 30 procent van de werkgevers is er sprake van een hoger ziekteverzuim door krapte. Daarnaast leiden bij 44 procent van de werkgevers de personeelstekorten ertoe dat de kwaliteit van de dienstverlening of productie onder druk komt te staan. Bij een vijfde leidt dit er zelfs toe dat er soms niet geleverd kan worden.

De meeste werkgevers investeren in het vinden van nieuw personeel, maar dit aandeel is wel afgenomen ten opzichte van 2024. Populaire middelen, zoals de ‘aanbrengpremie’ en het inhuren van externen worden nog steeds toegepast. Met externe inhuur wordt niet alleen het werk gedaan, maar kan ook een werkzoekende over de streep trekken om ergens vast te gaan werken. 

• Lees ook: Arbeidsmobiliteit zegt meer dan kraptecijfer: Iedereen is beschikbaar, als het aanbod maar goed genoeg is.

Andere oplossingen of initiatieven winnen daarnaast duidelijk terrein. Zo zet de helft van de werkgevers in op het anders organiseren van werkprocessen. Ook vragen meer werkgevers deeltijdwerkers om meer uren te werken en neemt het aandeel werkgevers toe dat medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt aantrekt. Een kwart van de werkgevers vraagt daarnaast AOW-gerechtigden om langer te blijven werken of werft pensioengerechtigden voor vacatures.

Drie richtingen voor toekomstbestendig personeelsbeleid

AWVN geeft werkgevers naar aanleiding van het onderzoek drie tips om de negatieve effecten van personeelstekorten te verminderen:

1. Gebruik technologische innovaties om het werk doelmatiger te doen en betrek daar de medewerkers bij. 
2. Neem functies onder de loep en haal niet-essentiële taken weg. 
3. Bespreek wat deeltijd medewerkers nodig hebben om meer uren te werken. 

Van de overheid vraagt AWVN om méér werken méér lonend te maken en om meer te investeren in een leven lang ontwikkelen.