Secundaire arbeidsvoorwaarden steeds bepalender voor GenZ

In een krappe arbeidsmarkt, waar vooral jonge talenten kritisch zijn op werkgevers, kunnen secundaire arbeidsvoorwaarden steeds meer het verschil maken. In Nederland geeft 62 procent van de werknemers aan dat benefits het werkgeversimago mede bepalen. In het Verenigd Koninkrijk (76%), Finland (71%) en Italië (70%) wordt dit zelfs nog belangrijker gevonden. Dat blijkt uit de jaarlijkse Europese Global Employee Benefit Study (GEBS) van fintechbedrijf Epassi, marktleider in digitale employee benefits en het moederbedrijf van Bedrijfsfitness Nederland. 

Behoud van personeel

In Nederland zou 61 procent van de werknemers een baan kunnen afwijzen als het pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden onvoldoende aansluit op hun behoeften. Ook voor behoud van personeel speelt het aanbod een belangrijke rol: driekwart van de Nederlandse werknemers overweegt van baan te wisselen als elders een beter passend pakket beschikbaar is, mits de rest van de functie gelijk blijft. 

• Lees ook: Met welke secundaire arbeidsvoorwaarden word je een aantrekkelijke werkgever?

Ook blijkt er een kloof tussen intentie en ervaring: 71 procent van de Nederlandse werkgevers erkent het strategische belang van employee benefits, maar slechts 62 procent van de werknemers herkent dit ook in de praktijk. Een opvallend verschil vergeleken met veel andere Europese landen, waar deze kloof kleiner is. Het onderzoek laat zien dat alleen goed afgestemde en duidelijk gecommuniceerde benefits daadwerkelijk impact maken. 

Verschillen tussen generaties

De generatieverschillen springen in het onderzoek duidelijk in het oog. Generatie Z (geboren tussen grofweg 1997 en 2012) is het meest ‘benefit-gedreven’: 45 procent van hen zou bereid zijn om een lager salaris te accepteren in ruil voor een uitgebreider of meer gepersonaliseerd pakket aan voordelen. Ook Millennials (geboren tussen 1980 en 1996) laten die bereidheid zien (35%). 

• Lees ook: Stel dat: er morgen alleen nog meer Gen-Z’ers werken in je bedrijf?!

Naast persoonlijke ontwikkeling (82%) en opleidingsbudgetten (67%), scoren fysieke vitaliteitsprogramma’s (78%), de fietsregeling (73%) en woon-werkvergoedingen (83%) bijzonder hoog bij Nederlandse werknemers. Beide generaties maken duidelijk dat een flexibel aanbod met ruimte voor eigen invulling toekomstbestendig is.

Nog meer opvallende onderzoeksresultaten:

• Meer dan de helft van de Nederlandse werknemers (54%) geeft aan dat het huidige aanbod van secundaire arbeidsvoorwaarden onvoldoende aansluit bij hun persoonlijke voorkeuren. Daarmee scoren we relatief hoog in vergelijking met andere Europese landen. 
• Werknemers in Nederland voelen zich minder gestimuleerd om gebruik te maken van benefits. Slechts 45 procent ervaart actieve aanmoediging vanuit de werkgever, terwijl dat in het Verenigd Koninkrijk 67 procent is. 
• In elk land blijkt dat werkgevers optimistischer zijn over hun stimulerende rol dan werknemers dit daadwerkelijk ervaren. In Finland is dit verschil het grootst (41 procentpunt), in het Verenigd Koninkrijk (19 procentpunt) en Zweden (22 procentpunt) is het verschil het kleinst.
• Oudere werknemers (71%) begrijpen het benefitsaanbod doorgaans beter, maar voelen zich minder aangemoedigd om het te gebruiken (slechts 38%). 
• Bij Generatie Z is dit juist omgekeerd: zij voelen zich vaker gestimuleerd (55%), maar hebben minder duidelijkheid over wat er precies wordt aangeboden.

De Global Employee Benefit Study (GEBS) is uitgevoerd in opdracht van het Finse fintechbedrijf Epassi, dat op Europees niveau een mobiele app en een digitaal platform voor employee benefits in de markt zet. Epassi is het moederbedrijf van Bedrijfsfitness Nederland, dat werkgevers een landelijk platform biedt waarmee werknemers voordelig kunnen sporten bij aangesloten sportlocaties.