"Breng je organisatie verder"
SLUIT MENU

Zijn jongere generaties minder gemotiveerd dan oudere generaties?

Zijn Gen Z’ers echt zo werkschuw? En zijn millennials te verwend om hard te werken? In tegenstelling tot wat veel mensen aannemen, blijkt er geen verschil te zijn tussen de werkmotivatie per generatie. Sterker nog, elke generatie heeft nu minder interesse om te werken. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.

Een zoekopdracht ‘Hoe motiveer je Gen Z?’ levert drie miljoen hits op. Dezelfde zoekopdracht voor millennials geeft zelfs 48 miljoen resultaten. Het verwijt is zo oud als Methusalem: de jeugd van tegenwoordig is lui en weet niet wat werken is. Sterker nog, de Griekse filosoof Aristoteles schreef al in 400 voor Christus: “Jonge mensen zijn hoogmoedig omdat ze nog niet nederig zijn geworden door het leven, noch de kracht van de omstandigheden hebben ervaren. Ze denken dat ze alles weten en zijn daar altijd heel zeker van.”

Maar zijn jongere generaties luier dan de vorige? Uit wetenschappelijk onderzoek over een tijdspanne van 30 jaar door de Universiteit van Saarland blijkt dat dit vooroordeel niet klopt.

Een ‘cohort probleem’

Wanneer onderzoekers onderzoek doen naar de werkmotivatie-factoren van bepaalde generaties, groeperen zij deze op basis van leeftijdsgroepen (bijvoorbeeld ‘alle 20-jarigen’). Deze vergelijken ze dan met de resultaten van een andere leeftijdsgroep (bijvoorbeeld ‘alle 50-jarigen’). Het idee achter deze benadering is dat bepaalde gebeurtenissen in de jeugd van de ondervraagden bepalend zijn voor hun werkmotivatie.

Maar uit het onderzoek blijkt dat er sprake is van een ‘cohort probleem’: door deze groep mensen op één hoop te gooien en alleen te kijken naar ‘de generatie’, sluit je een hoop andere verklaringen voor werkmotivatie uit.

Twee alternatieve verklaringen

Uit het onderzoek blijkt dat werkmotivatie niet zoveel te maken heeft met de generatie waartoe mensen behoren, maar wél met de leeftijdsfase. Jongere generaties vinden werk minder belangrijk, maar dit hangt samen met de levensfase waarin zij worden onderzocht. Naarmate zij ouder worden, wordt werk en de motivatie om te werken belangrijker. 

Daarnaast is het ook van belang dat de werkmotivatie van jongere generaties samenhangt met de tijdgeest die op dat moment heerst. Met het verstrijken van de tijd verandert de kijk van mensen op werk, ongeacht tot welke generatie zij horen. Een voorbeeld hiervan is thuiswerken: vóór de coronapandemie zouden veel mensen het zien als een luxe. Maar sinds de coronapandemie beschouwen wij het als de normaalste zaak van de wereld. Thuiswerken is onderdeel geworden van de tijdgeest. 

Tegen de verwachting in blijkt uit het onderzoek ook dat iedereen werk minder belangrijk is gaan vinden, ongeacht de leeftijd. Het percentage dat aangeeft hoe belangrijk mensen werk vinden, daalt per tien jaar met 4%. Dit geldt dus ook voor de medewerkers die over de helft van hun carrière zijn. 

Wordt Gen Z weer een generatie van kantoortijgers?

Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat ‘jonge, werkschuwe medewerkers’ meer gemotiveerd zullen worden naarmate zij ouder worden. Daarnaast laat het onderzoek zien dat elke generatie werk minder belangrijk vindt. 

Dit wil niet zeggen dat deze generatie dezelfde als de vorige is. Verwacht niet dat Generatie Z klakkeloos een generatie kantoortijgers wordt, naar voorbeeld van Jiskefets ‘Debiteuren Crediteuren’. Over tal van andere werkgerelateerde onderwerpen, zoals de balans tussen werk en privé, verschillen de opvattingen per generatie. Wat het onderzoek wél laat zien is dat de nieuwste generatie zeker niet luier is dan de vorige.

Het hele onderzoek is hier te vinden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *