Ziekteverzuim in zorg en welzijn blijft stijgen

In 2024 steeg het ziekteverzuim in zorg en welzijn volgens het CBS naar 6,9 procent, hoger dan het landelijke gemiddelde van 4,9 procent. Vooral werkgerelateerd verzuim, zoals besmettingen en hoge werkdruk, draagt bij aan deze stijging.

In 2024 is het ziekteverzuimpercentage in de sector zorg en welzijn toegenomen. Met 6,9 procent lag het opnieuw hoger dan het ziekteverzuimpercentage voor alle economische activiteiten (4,9 procent). Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Het ziekteverzuimpercentage in zorg en welzijn lag in 2024 hoger dan een jaar eerder en dan in de periode voor corona. Binnen deze sector lag het verzuimpercentage het hoogst in de gehandicaptenzorg (8,1 procent), gevolgd door de jeugdzorg (7,6 procent) en de verpleging, verzorging en thuiszorg (7,4 procent).

Lees ook: Ziekteverzuim in cijfers

Werkgerelateerd verzuim

In de sector zorg en welzijn is er een relatief groot aandeel werkgerelateerd verzuim, namelijk 24,9 procent, terwijl dit percentage voor alle werknemers samen op 19,6 procent ligt. Binnen zorg en welzijn is het percentage verzuim dat (deels) door werk wordt veroorzaakt het hoogst binnen de kinderopvang. In 2024 zei 34 procent van de werknemers in de kinderopvang die verzuimden dat dit (deels) het gevolg was van hun werk. Van hen noemde meer dan de helft van de werknemers besmetting als belangrijkste reden.

In zorg en welzijn wordt dit sowieso vaker genoemd als reden voor werkgerelateerd verzuim: 28 procent, tegen gemiddeld 15 procent onder alle werknemers. Daarnaast worden werkdruk en lichamelijk zwaar werk vaak genoemd als reden voor werkgerelateerd verzuim. Dit geldt ook voor branches buiten de zorg en welzijnsector.