"Breng je organisatie verder"
SLUIT MENU

Mentale gezondheid bespreekbaar maken: waar organisaties tekortschieten en wat wél werkt

Mentale gezondheid blijft lastig bespreekbaar op de werkvloer. Psycholoog Saskia van der Voort (SpecialistenNet) ziet daar kansen: “Als leidinggevenden leren signalen te herkennen en het gesprek open te voeren, kun je veel verzuim en persoonlijk leed voorkomen.”

Het aantal verzuimdagen door mentale klachten blijft toenemen. Na griep en verkoudheid zijn stress, overspannenheid en burn-out inmiddels de belangrijkste redenen voor medewerkers om zich ziek te melden. Uit de TNO Arbobalans (2024) blijkt dat driekwart van deze klachten gedeeltelijk werkgerelateerd is. Ondanks deze cijfers blijft het onderwerp mentale gezondheid op de werkvloer vaak moeilijk bespreekbaar. Signalen worden meestal pas opgemerkt wanneer het al te laat is.

Daarom biedt de Vitaliteitsweek (22 t/m 28 september), met het thema Mentaal in Balans, een uitgelezen kans om het gesprek over mentale gezondheid te stimuleren. Volgens SpecialistenNet, een landelijk netwerk van psychologen, coaches en bedrijfsmaatschappelijk werkers, kan deze week dienen als een belangrijke wake-up call voor organisaties. Het netwerk zag in 2025 een opvallende stijging van 47 procent in het aantal aanmeldingen voor mentale zorgtrajecten ten opzichte van het voorgaande jaar, wat laat zien dat steeds meer organisaties actief investeren in het welzijn van hun medewerkers.

Te laat ingrijpen

Veel werkgevers investeren tegenwoordig in mentale zorg, merkt Saskia van der Voort, Arbeidspsycholoog Talent & Netwerkontwikkeling en verbonden aan SpecialistenNet. “De wachtlijsten in de ggz zijn zo lang dat het voor werkgevers sneller en goedkoper is om zelf mentale zorg in te kopen. Dat taboe is inmiddels wel doorbroken,” vertelt ze.

Toch ziet Van der Voort dat dit vaak neerkomt op symptoombestrijding. “Het gebeurt pas als een werknemer dreigt uit te vallen of al uitgevallen is. Het echte taboe zit nog steeds bij preventie: vroegtijdig het gesprek aangaan. Gemiddeld duurt het zes tot acht maanden voordat een werknemer deelt dat hij kampt met stressklachten.”

Die late herkenning heeft volgens haar duidelijke oorzaken. “Er heerst schaamte, en het is nog niet genormaliseerd om het over mentale klachten te hebben op de werkvloer. Bedrijven kunnen daar veel winst behalen. Als leidinggevenden beter getraind zijn in het herkennen van signalen, empathisch een gesprek voeren en de lijntjes kort houden, kan voor alle partijen veel leed worden voorkomen.”

De rol van de leidinggevende

Volgens Van der Voort ligt de sleutel bij leiderschap. “Investeren in hoe leidinggevenden omgaan met stress, het bespreekbaar maken en er adequate acties op uitvoeren, daar is veel winst te behalen. Dat blijkt ook uit onderzoek van de WHO: interventies die te maken hebben met goed leiderschap zijn het meest effectief.”

Veel managers groeien volgens haar in hun functie zonder dat ze de vaardigheden ontwikkelen om met de stresssignalen van hun werknemers om te gaan. “Als je ze goed traint, kun je preventief veel beter te werk gaan. Zo’n 20 tot 40 procent van de uitval is werkgerelateerd. Daar kun je dus als werkgever direct invloed op uitoefenen.”

Maar ook privéproblemen spelen mee. Dan kan juist een gezonde werkcultuur het verschil maken. “Als een werkplek een energiegever is en een veilige sfeer biedt, dan verkleint dat de kans dat mensen uitvallen. Werk neemt een groot deel van ons leven in. Als die omgeving gezond is, werkt dat ook positief door thuis.”

Signalen herkennen

Hoe kan een leidinggevende mentale klachten eerder signaleren? Van der Voort noemt praktische voorbeelden. “Wees aanwezig op de werkvloer en voer regelmatig een-op-een gesprekken. Dan merk je veel sneller dat er iets speelt: iemand die zuchtend binnenkomt, zich vaker een dag ziek meldt of slecht slaapt. In teamvergaderingen kun je ook vragen hoe het gaat met de werkdruk, deadlines en sfeer. Maar daarvoor moet een leidinggevende wel getraind zijn in vertrouwen winnen, zodat medewerkers zich durven uitspreken.”

De frequentie van zulke gesprekken hoeft niet vast te liggen. “Dat bepaal je samen,” zegt Van der Voort. “Soms is wekelijks nodig, zeker tijdens of na een crisis op een afdeling. Als het goed loopt, kan dat ook naar eens per drie weken. Het gaat om interesse en meedenken, niet om controle.”

Het stigma rond stress

Een extra complicatie is het beeld dat stress negatief of zwak zou zijn. “In de media wordt stress vaak weggezet als iets slechts. Terwijl het stresssysteem juist heel gezond is, het helpt ons in positieve zin te presteren. Het probleem ontstaat pas als spanning zich opstapelt en er geen ruimte is om dat te bespreken.”

Daarom is het belangrijk dat leidinggevenden signalen leren herkennen. Signalen zijn bijvoorbeeld kortaf reageren, taken niet meer af krijgen of veel fouten maken. Maar het verschilt per persoon. “Sommige mensen sluiten zich af, trekken de deur dicht en worden minder bereikbaar. Anderen zijn juist expressief: ze zuchten, barsten in huilen uit of gaan structureel overwerken. Als dat patroon te lang aanhoudt, is dat een duidelijke rode vlag.”

Hoe voer je het gesprek?

De eerste stap is een open en geïnteresseerde houding. “Niet beschuldigend, maar gewoon vragen om even in te checken bij elkaar. Hoe gaat het met je? Hoe voel je je binnen je werk?’ Vervolgens kun je samen kijken: ik heb het idee dat je erg druk bent, wat heb je nodig? Het gaat om overleg, niet om directief optreden.”

Wat te doen als iemand er echt doorheen zit? “Dat hangt af van de situatie. Soms helpt het om even een dag rust te nemen en daarna het takenpakket te herzien. Als iemand nog niet in het rood zit, kun je samen onderzoeken wat haalbaar is en waar iemand energie van krijgt. Soms is het nodig een coach, psycholoog of vertrouwenspersoon in te schakelen. Het gaat om maatwerk en samen onderzoeken wat werkt.”

Positieve werksfeer

Collega’s en de werksfeer spelen ook een belangrijke rol. “Teamuitjes en borrels zijn heel waardevol, maar eigenlijk gaat het om regelmatige momenten waarin spanning en kwetsbaarheid bespreekbaar worden. Als er een roddel- of klaagcultuur is en daar wordt niets mee gedaan, geeft dat enorme spanning. Het is belangrijk dat leidinggevenden dat signaleren en er eventueel een expert bij halen om weer een gezonde werkcultuur neer te zetten.”

SpecialistenNet biedt organisaties daarom niet alleen individuele trajecten voor werknemers, maar ook preventieve programma’s voor bijvoorbeeld managers of hr-medewerkers. Daarnaast is er de vitaliteitscheck als snelle tool voor leidinggevenden om te checken hoe mentaal gezond hun organisatie is. “Voor de medewerkers zijn er ook preventieve programma’s, die kunnen gaan van coaching bij spreekangst tot begeleiding bij financiële problemen. Bij uitval kijken we dieper: hoe heeft dit kunnen ontstaan? Dan krijgt de medewerker weer regie. Want bij burn-out is dat gevoel van regie vaak verdwenen.”

Eén advies

Als ze één advies mag geven aan organisaties die hun beleid rond mentale gezondheid willen verbeteren, twijfelt Van der Voort niet. “Investeer in je leidinggevenden. Leiderschapsontwikkeling is cruciaal. Doe dat niet willekeurig, maar onderzoek eerst wat binnen jouw organisatie de belangrijkste stressfactoren zijn. Dan kun je gericht maatwerk bieden en een preventief plan maken.”