Eerder stoppen met zwaar werk blijft mogelijk

Over de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) zijn afspraken gemaakt in het Pensioenakkoord uit 2019. Werkgevers kunnen medewerkers met zwaar werk tot maximaal drie jaar eerder laten stoppen met werken. De werknemer ontvangt dan van de werkgever uitkeringen of verstrekkingen ter overbrugging van de tijd tot de pensioeningangsdatum of de AOW.  

Over deze uitkeringen of verstrekkingen moet de werkgever eigenlijk een pseudo-eindheffing, ook wel RVU-heffing genoemd, betalen. Deze bedraagt 52 procent. In het pensioenakkoord is afgesproken dat de RVU-heffing tijdelijk zal worden versoepeld in de periode 2021 tot en met 2025. De werkgever hoeft deze RVU-heffing dan niet te betalen, zolang de uitkering onder de drempelvrijstelling blijft die gekoppeld is aan de netto-AOW.

Verlenging RVU-maatregel

In oktober 2024 hebben het kabinet, vakbonden en werkgevers een akkoord bereikt over de verlenging van deze maatregel. Vanaf 2026 komt er een structurele RVU voor mensen met zwaar werk. Maar deze regeling moet wel gerichter ingezet worden voor mensen die door de zwaarte van hun werk niet gezond kunnen doorwerken tot de AOW-leeftijd.

RVU-deelnemers

De RVU-regeling werd in 2024 vooral toegepast in de sectoren Rijk, Gemeenten, Verpleging, verzorging, thuiszorg en jeugdgezondheidszorg, Sociale werkvoorziening, Politie, Bouw en infra, Metaal en techniek en Beroepsgoederenvervoer. Vaak is er sprake van collectieve regelingen, maar er zijn ook maatwerkregelingen en individuele afspraken tussen een werkgever en een werknemer. De overgrote meerderheid van de RVU-deelnemers is man (76 procent).  

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deed onderzoek naar RVU-regelingen in cao’s in 2025. Er zijn 665 cao’s onderzocht en hiervan bevatte 273 cao’s een collectieve RVU-regeling. Wat zwaar werk is, wordt per sector bepaald in de cao. Over het algemeen bevatten de cao’s nog geen objectieve onderbouwing voor de afbakening wie wel of geen gebruik mag maken van de regeling. 

Wat valt er onder zwaar werk?

Het ministerie en de Stichting van de Arbeid hebben TNO, als erkende onafhankelijke partij, gevraagd vakbonden en werkgeversorganisaties te ondersteunen in dit proces. Cao-partijen maken een afbakening van belastende functies en werkzaamheden die kwalificeren als ‘zwaar werk’ en daarmee in aanmerking komen voor een RVU. 

Bij het vaststellen van zwaar werk spelen veel factoren mee, bijvoorbeeld nachtwerk en de mate van fysieke, cognitieve, psychosociale en omgevingsbelasting. Het Expertisecentrum Zwaar Werk van TNO beoordeelt of de gekozen functies of werkzaamheden op de juiste manier zijn geselecteerd. Ook geeft het advies aan de cao-partijen.

Lees ook: 

• Werknemerswelzijn belangrijkste HR-thema in 2025 en terecht: 40 procent van Nederlanders vindt werk mentaal zwaar
• Duurzaam werkgeverschap stokt vaak bij RI&E