Nieuwe flexwet maakt einde aan nulurencontracten

Door de nieuwe wet Meer zekerheid flexwerkers, die maandag door minister Van Hijum (SZW) naar de Tweede Kamer is gestuurd, krijgen flexwerkers meer zekerheid over hun inkomen en werktijden. 

Geen oproepcontracten meer

Oproepcontracten, zoals nuluren- en min/max-contracten zijn door de wet niet meer toegestaan, behalve voor scholieren, studenten en minderjarigen met een bijbaan. De nulurencontracten maken plaats voor een ‘bandbreedtecontract’, een basiscontract met een minimaal en een maximaal aantal uren per kwartaal. Binnen een bandbreedte van maximaal 30% kunnen het aantal werkuren daarvan afwijken. Werkt iemand structureel meer, dan volgt voor die extra uren een contract. 

Het rooster en de beschikbaarheid van medewerkers moeten vooraf schriftelijk worden vastgelegd. De jaarurennorm blijft toegestaan, maar met een verplichte kwartaalroosterzekerheid. 

Langere wachttijd na drie tijdelijke contracten

De wachttijd om na drie tijdelijke contracten opnieuw een tijdelijk contract aan te bieden, gaat van een half jaar naar vijf jaar. Het kabinet hoopt dat mensen op die manier sneller een vaste baan aangeboden krijgen.

Strengere regels uitzendbranche

De uitzendbranche krijgt te maken met strengere regels. Uitzendkrachten hebben recht op minstens gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden als werknemers met een regulier contract. Ook krijgen uitzendkrachten sneller een vast contract.

Pakket maatregelen voor hervorming arbeidsmarkt

Met de indiening van de wet gaat minister Van Hijum (SZW) verder waar voorganger Van Gennip mee begonnen is. Met een pakket aan maatregelen wilde zij de arbeidsmarkt hervormen. De aanleiding was een rapport van de commissie Borstlap  die een hervorming van de arbeidsmarkt nodig vond om flexibel en vast werk dichter naar elkaar toe te laten groeien.

Flexwet omstreden

De Raad van State liet zich kritisch uit over het wetsvoorstel. De Raad van State miste in het voorstel die fundamentele hervorming van de arbeidsmarkt, die volgens de commissie Borstlap zo nodig was. Zo wordt het vaste contract niet aangepast en ontbreken samenhangende hervormingen op aanverwante terreinen als de sociale zekerheid en de fiscaliteit. 

Aanbevelingen om het werkgeverschap eenvoudiger en aantrekkelijker te maken (naast flex minder flex ook vast minder vast), zijn in de nieuwe flexwet grotendeels genegeerd. Vereenvoudiging van het ontslagrecht ontbreekt in de plannen van het kabinet, net als verkorting van de doorbetaling bij ziekte.

Beoordeling wetsvoorstel door Kamers

De Tweede en Eerste Kamer gaan het voorstel beoordelen. Als beide kamers instemmen, gaat de wet op z’n vroegst in 2027 in.