"Breng je organisatie verder"
SLUIT MENU

Hoogleraar Duurzame inzetbaarheid Annet de Lange: ‘Zie gepensioneerden als kansgroep’

Om mensen langer aan het werk te houden is in 2013 de AOW-leeftijd verhoogd. Maar ook na het behalen van die leeftijd kunnen mensen nog doorwerken. Annet de Lange, hoogleraar Duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, noemt gepensioneerden een kansgroep.

Sinds de verhoging van de AOW-leeftijd in 2023 neemt de netto arbeidsparticipatie onder 55-plussers toe. Lag 10 jaar geleden (Q1 2015) de arbeidsparticipatie onder 55-65-jarigen nog op 60,6 procent, in het eerste kwartaal van dit jaar is die gestegen tot 75,3 procent, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Ook onder 65-75-jarigen stijgt de arbeidsparticipatie. In Q1 van 2015 lag de arbeidsparticipatie van deze groep op 10 procent, in Q1 van 2025 lag het percentage op 19,6 procent.

“Dat mensen langer doorwerken is een mooie ontwikkeling, maar het geeft ook uitdagingen. We zijn het namelijk niet zo gewend om door te werken en dat gewoon te vinden”, zegt Annet de Lange. Zij is hoogleraar Duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, expert op het gebied van duurzame inzetbaarheid van ouderen en bestuursvoorzitter van het Nationaal Platform Duurzame Inzetbaarheid.

Push en pull-factoren voor langer doorwerken

Wanneer het gaat om doorwerken na de AOW-leeftijd, hebben we te maken met push- en pullfactoren. De pull-factoren trekken je op de arbeidsmarkt; ze zorgen ervoor dat je makkelijker kunt doorwerken. Dit kan bijvoorbeeld financieel zijn, vertelt De Lange. “Mensen vinden het toch wel aantrekkelijk om iets extra te kunnen bijverdienen.” Een ander voorbeeld is dat wanneer mensen een jongere partner hebben die nog werkt, het interessant is om zelf ook door te werken. 

Ook het zien van (persoonlijke) betekenis in het werk wordt gezien als een belangrijke pull-factor om positief te kunnen doorwerken. “Waarschijnlijk wordt dat zelfs nog belangrijker gevonden dan dat financiële aspect, aangezien ze hun pensioen vaak ook wel kunnen opnemen en financiën dus niet direct een probleem zijn.” Ook kansen voor ontwikkeling en de relatie met de leidinggevende zijn belangrijke factoren om al dan niet door te werken.

Daarnaast zijn er factoren die je uit de arbeidsmarkt ‘pushen’. Soms is het door het loon dat de werkgever betaalt en de belasting die daarover afgedragen moet worden niet aantrekkelijk om door te werken. “Je wilt natuurlijk geen geld inleveren voor het doorwerken. Dat is wel een duidelijke barrière.”  

Leren van andere landen

We zien in Nederland een stijging van de arbeidsparticipatie onder 65-plussers. Als we naar de Scandinavische landen kijken, ligt dat percentage nog hoger. Het is volgens De Lange dan ook interessant om te kijken wat we van deze landen kunnen leren. “Daar zie je soms dat flexibel pensioen al eerder opgenomen kan worden en dat het ook financieel aantrekkelijk gemaakt wordt om door te werken. Er is ook heel veel positieve beeldvorming in de organisaties over het doorwerken.”

Doorwerk-cao

In Nederland is onder werkgevers nog wat koudwatervrees om met oudere werknemers te werken. Om hen over de streep te trekken, is de Doorwerkcao ontwikkeld. Deze cao is speciaal voor werknemers vanaf de 65-jarige leeftijd. Wanneer werknemers na hun AOW-leeftijd doorwerken, vallen zij namelijk niet meer onder de reguliere cao die binnen een organisatie geldt. “Dus je moet wel met dit soort andere cao’s gaan werken,” zegt De Lange. “Daar was niet iedereen even happig op.” 

In de cao staan onder meer voorzieningen voor arbeidsongeschiktheids- en bedrijfsongevallenverzekeringen. Ook staan er afspraken in over de mogelijkheid tot het aanbieden van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten van drie maanden. Volgens De Lange maken niet alle werkgevers gebruik van de Doorwerkcao. “De ene maakt er wel gebruik van, de andere niet. Die verwijst bijvoorbeeld naar de eigen, reguliere cao, maar daar vallen deze doorwerkers niet onder.”

Duurzame inzetbaarheid ouderen

Wanneer we het hebben over duurzame inzetbaarheid, gaat het natuurlijk niet alleen om oudere werknemers. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid definieert duurzame inzetbaarheid als de mate waarin werkenden productief, gemotiveerd en gezond tot aan hun pensioen willen en kunnen blijven werken, binnen of buiten de organisatie. Het is dus een thema dat speelt bij alle leeftijdscategorieën, in dit geval gedefinieerd tot aan hun pensioen. 

Wanneer we het hebben over mensen die doorwerken ná hun pensioen, zien we dat andere accenten belangrijk zijn in de duurzame inzetbaarheid. Doorwerkers vinden het bijvoorbeeld heel belangrijk dat nagedacht wordt over flexibele werktijden, wat betreft het opvangen van hun werk als ze daar behoefte aan hebben, ook wel replacement genoemd. “Voor deze doelgroep is replacement specifiek van belang als ze bijvoorbeeld wat langer met vakantie of sabbatical willen, of als ze toch daadwerkelijk met pensioen willen gaan. Zij willen dan het werk op een goede manier overdragen.”

Digitalisering is uitdaging

Uit eerder kwalitatief onderzoek onder doorwerkers blijkt dat zij soms ook extra uitdagingen ervaren met betrekking tot digitalisering. Door automatisering en digitalisering wordt het werk op een andere manier vormgegeven. En bepaald werk – dat voor doorwerkers juist interessant kan zijn – kan hierdoor wegvallen. 

“Dat is ook wel iets om bewust mee om te gaan,” zegt De Lange. “Is er nog genoeg werk dat als betekenisvol gezien wordt door deze doelgroep? Moeten we naast automatisering bepaalde werkzaamheden juist niet automatiseren, zodat het werk voor doorwerkers weer betekenisvol ingevuld kan worden?” 

In het omgaan met digitalisering bleken vaardigheden niet direct een issue. “Die kunnen vaak ook bijgespijkerd worden. En de motivatie om te leren die is er wel degelijk. Het is niet zo dat deze doelgroep dat niet interessant vindt.” 

Takenpakket van de doorwerker

Ook het takenpakket van de doorwerker is een belangrijk thema. Het werk moet niet te veel en niet te weinig zijn. De Lange: “Dat lijkt een beetje op wat er speelt met betrekking tot inclusie en de Participatiewet. Niet dat het een kwetsbare groep is, maar het is wel een groep met eigen wensen en behoeftes. En het is ook wel een kritische groep. Je kunt niet zeggen: ‘hier heb je een baan en zoek het maar uit’. Ze hebben net wat meer strepen en ervaringen die ze meebrengen met betrekking tot wat ze wel en niet willen doen. En ze hebben ook een vrijwillige keuze daarin. Het is van belang om vanuit de werkgever de goede dialoog hierin te vinden.” 

Rol voor HR

HR moet volgens De Lange beseffen dat ook zij van belang zijn in het laten doorwerken van oudere werknemers. “HR heeft beleid op verschillende vlakken, bijvoorbeeld op het gebied van ontwikkelen, benutten en behouden van werknemers, met verschillende instrumenten, aanpakken en programma’s. Ik denk dat ze die nu vooral neerzetten voor mensen in reguliere loondienst en niet direct aan deze doelgroep als kansrijk denken. Terwijl we weten uit eerder onderzoek dat het hun wel degelijk heel erg kan helpen en ondersteunen.” 

Het is dus van belang dat HR actief zichtbaar maakt wat vanuit HR mogelijk is in de ondersteuning, het ontwikkelen en het benutten van talenten. “Juist voor deze doelgroep is dat van belang.”

Onderzoek Alliantie Doorwerkers

De Alliantie Doorwerkers, een landelijk samenwerkingsverband van deskundige partners met de missie om doorwerken na pensioen vanzelfsprekend en waardevol te maken, doet onderzoek naar hoe de barrières om door te werken beslecht kunnen worden. Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden, belemmeringen en versnellers voor het inzetten van gepensioneerden? Dat kan vanuit het individu bekeken worden en aan de andere kant vanuit de wisselwerking met de werkgever. Het onderzoek wordt uitgevoerd onder leiding van het Nationaal Platform Duurzame Inzetbaarheid en onderzoeksbureau Ecorys. De Lange is verantwoordelijk voor de inhoudelijke aansturing. 

Voor het onderzoek zoeken zij 25 werkgevers die mee willen doen. Interesse? Lees meer op de website van de Alliantie Doorwerkers.

Eén reactie op dit bericht

  1. Ouderen en gepensioneerden een kansgroep? Ik vind dit nogal een eufemisme. Kijk naar deze doorgedraaide economie en daarmee maatschappij, de opa’s en oma’s zijn niet aan te slepen om gezinnen het hoofd boven water te houden. De kosten voor opvang zijn hoog en het aantal beschikbare gekwalificeerde medewerkers beperkt. Ook in bedrijven en ondernemingen is deze groep broodnodig vanwege kennis, ervaring en werkbereidheid. Misschien moet ik er maar eens boek over gaan schrijven, als tenminste de tijd gevonden wordt om het te lezen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *