Wim Davidse 19 december 2024 Eén reactie Print Weer heel drukke pauze op de arbeidsmarkt in 2025Terwijl de economie in 2024 weer wat op gang kwam, nam de groei van de werkgelegenheid juist wat af. Wat minder vacatures, verzuim en verloop, maar rustig? Niet bepaald, constateert hoofdredacteur Wim Davidse. En dat zal het in 2025 ook niet worden, want turbulentie en transformaties schreeuwen steeds harder om aandacht.In 2023 groeide de economie ineens nog maar 0,1 procent, na twee jaren vol explosieve groei. De werkgelegenheid groeide tot 2023 ongehoord hard, en ook in 2023 groeide die nog met 2,0 procent – dus aanzienlijk harder dan de economie. De werkloosheid stond eind 2023 op nog maar 3,5 procent, stevig onder de krapte-grens van 5 procent. Een jaar geleden zei dan ook 39,7 procent van alle werkgevers dat de schaarste van goede arbeidskrachten de allergrootste belemmering voor hun organisatie was – een niveau dat voor de coronacrisis nooit was bereikt.Minder drukte, zelfde krapte op de arbeidsmarktIn 2024 is de economie weer wat opgekrabbeld, en mogelijk komen we voor het hele jaar uit op een groei van 1 procent. De groei van de werkgelegenheid is in de loop van 2024 eindelijk bekoeld, en zal voor het hele jaar uitkomen op ongeveer 0,6 procent. De arbeidsmarkt is nog steeds enorm krap, met een werkloosheid van 3,7 procent. Dus de drukte op de arbeidsmarkt is het nu bijna afgelopen jaar kleiner geworden, maar de krapte niet; op dit moment zegt nog 38,5 procent van de werkgevers belemmerend last te hebben van schaarste van arbeidskrachten.De werkgelegenheid groeide overigens lang niet in alle sectoren van de economie. Zo was er in het derde kwartaal (de meest recente data) nog sterke groei van het aantal werkenden (werkzame beroepsbevolking) in de Specialistische zakelijke dienstverlening, de Overheid, de Logistiek en de Bouw, maar sterke krimp in de Industrie, de Financiële dienstverlening en de Handel (groothandel en detailhandel). Loon-prijsspiraal dreigtDe cao-lonen bleven in 2024 met een plus van 6,8 procent sterk stijgen. De krapte op de arbeidsmarkt, dus meer onderhandelingsmacht voor werkenden en vakbonden, is een logische verklaring voor de blijvend sterke stijging van de cao-lonen, zeker in combinatie met de nog steeds behoorlijk hoge inflatie. De inflatie, die in 2022 was ontploft, zakte in de tweede helft van 2023 weer naar een niveau dat we gewend waren, maar kwam in de loop van 2024 toch weer op gang. In oktober-november zaten we alweer op een gemiddeld niveau van 3,8 procent, vooral een gevolg van duurder wordende diensten – die natuurlijk erg gevoelig zijn voor de loonkosten. Er is volgens economen nog geen sprake van een loon-prijsspiraal, maar het risico ervan wordt steeds minder denkbeeldig.Grote onthechtingNet als de groei van de werkgelegenheid, zijn het ziekteverzuim en de uitstroom van medewerkers naar andere werkgevers (verloop) in 2024 wat afgenomen. Toch is zowel het ziekteverzuim (4,9 procent in het derde kwartaal, waarschijnlijk net meer dan 5 procent in het vierde kwartaal) als het verloop (4,4 procent in het derde kwartaal en waarschijnlijk ongeveer 4 procent in het vierde kwartaal) historisch gezien nog erg hoog. Zeker gegeven het feit dat onze economie de afgelopen twee jaar niet heel erg sterk was. Volgens arbodienstverleners Arboned en HumanCapitalCare wordt inmiddels één op de vier verzuimdagen veroorzaakt door werkstress. Zo houden krapte, verzuim en verloop elkaar gevangen in een vicieuze cirkel.Maar niet alleen quitting (verloop) lijkt een blijvende uitdaging, dat geldt zeker ook voor quiet quitting. In de zomer van 2024 maakte het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup bekend dat het aandeel highly engaged employees in Nederland op 14 procent was blijven liggen. De beste werkgevers waar dan ook ter wereld scoren zo’n 70 procent. De gemiddelde Nederlandse werker voelt dus nog steeds weinig verbinding met de werkgever; en dat is slecht voor het verzuim, het verloop c.q. de retentiekracht, de aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt, de productiviteit. Zo’n zelfde lage score wordt overigens in veel Europese landen gemeten, het aandeel betrokken medewerkers ligt in Europa zelfs op maar 12 procent, en dus kwamen de Amerikanen afgelopen najaar met een nieuw begrip op de proppen: The Great Detachment – De Grote Onthechting.To zzp or not to zzp, vergrijzing en meer hot topicsVanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst dan eindelijk de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie (DBA) handhaven. De wet trad op 1 mei 2016 (!) in werking, zorgde toen ongeveer twee kwartalen voor grote opschudding, en vervolgens groeide het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) gewoon stevig door. In het derde kwartaal van dit jaar (de laatst bekende cijfers) bereikte het aantal zzp’ers eigen arbeid (zzp’ers die hun werktijd verhuren aan opdrachtgevers), alsof er niets aan de hand was, naar het recordaantal van 1.081.000 personen, ofwel: 11,0 procent van alle werkenden. De specialisten van ABN AMRO schatten dat er wellicht een kwart miljoen schijnzelfstandigen zijn, dus bijna een kwart van de zzp’ers eigen arbeid. Maar inmiddels is de start van de handhaving zeer nabij, en ontploft de berichtgeving erover. Sommige organisaties in de zorg en de kinderopvang zijn van plan volledig te stoppen met zzp-inhuur, andere waarschuwen voor de noodzaak om de zorg aan cliënten af te moeten schalen vanwege gebrek aan personeel. Projecten vanaf 1 januari aanstaande voorlopig (zouden) worden stopgezet of (nog) niet opgestart. De betreffende zzp’ers moeten dan nog wel even worden verleid om een vast contract in loondienst te tekenen, of te komen werken in de flexpool, of om als gedetacheerde ingehuurd te worden. Logisch dat werkgevers en hun inkopers en HR-afdelingen veel tijd (moeten gaan) besteden aan zzp-inhuur tegen het licht te houden en handhavings-proof te maken, en het regelen van alternatieven. To zzp or not to zzp, dat is “nu even” een uitdagende kwestie.Ondertussen gaat de vergrijzing gewoon door, elk jaar komen er grofweg 4 procent werkende 55-plussers bij. Zet dat eens af tegen de totale, eerder genoemde werkgelegenheidsgroei, conclusie: onze personeelsbestanden vergrijzen snel. Tien jaar geleden was nog 16,9 procent van de werkzame beroepsbevolking 55 of ouder, een jaar geleden was dat al 22,5 procent en dit jaar is het aandeel 55-plussers weer iets opgelopen, naar 22,8 procent – nog dit decennium zal een kwart van onze personeelsbestanden 55 jaar of ouder zijn.Aan het begin van het vierde kwartaal vroegen we onze lezers wat zij op hun HRM-agenda voor 2025 dachten te gaan zetten. Duurzame inzetbaarheid en vitaliteit gooiden vanzelfsprekend hoge ogen. Zo ook strategische personeelsplanning, retentie, verzuim-reductie en recruitment. Op de vraag wat ze daarvoor vooral willen aanpakken, antwoordden ze leiderschap, het versimpelen van de organisatie en meer medewerkersfocus. En natuurlijk zien wij op HRMorgen veel aandacht voor employee experience en employee engagement, skillsgericht werken, productiviteit, gelijkheid, AI en digitalisering en (om)scholing, compliance en wetgeving. Kortom, handenvol issues en intenties.Veel aan te pakken in een herstellende economieOndertussen staat de wereld om ons heen bepaald niet stil. Vanwege de op gang komende vergrijzing zal de behoefte aan zorg en zorgpersoneel verder groeien. Maar wat zal er gebeuren met het onderwijs en de overheid, waar het kabinet Schoof op wil bezuinigen? Wat gaat er gebeuren met de bouw, kunnen we de benodigde extra nieuwbouw verwachten of nog steeds niet? Wat zal er gebeuren met het aantal arbeids- en kennismigranten? Hoeveel mensen hebben we extra nodig voor Defensie? Voor cybersecurity? Voor de energietransitie? Wat zal er gebeuren met de internationale handel, zo belangrijk voor Nederland, als Trump zijn dreigementen van hogere importtarieven waar gaat maken? Ons land staat, net als vele andere Europese landen, voor grote transformaties en onzekerheden. Het vertrouwen van werkgevers in de ontwikkelingen van de komende drie maanden is aan het einde van 2024 wat kleiner geworden. De voorspellingen van banken en economische instanties zijn redelijk positief, maar met grote onzekerheden omgeven. De economie zal voetje voor voetje verder groeien, de werkgelegenheid zal eerst zo ongeveer stagneren en na 2025 weer een beetje meer groeien – de drukte op de arbeidsmarkt zal dus voorlopig maar weinig toenemen, maar …. de krapte op de arbeidsmarkt zal niet verdwijnen, de vergrijzing gaat haar tol eisen. De werkloosheid blijft in dit voorzichtige, redelijke scenario serieus lager dan 5 procent.Krapte in een rustige economie maar turbulente wereld, dat is de achtergrond waartegen we de eigen HR-afdeling en de organisatie moeten klaarmaken voor de nieuwe wereld. Met alle issues en intenties – het komt nooit uit, maar het moet echt gebeuren, en je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. economie, krapte op de arbeidsmarkt Print Over de auteur Over Wim Davidse Bekijk alle berichten van Wim Davidse
Dank je wel voor deze goede en waardevolle informatie. Veel uitdagingen die ik zeker herken als HR leider.Beantwoorden