"Breng je organisatie verder"
SLUIT MENU

Penvrienden over arbeidsproductiviteit #8: Van flex komt flex

“Van flex komt flex,” constateert Geert-Jan Waasdorp. Maar de verzadigde flexindustrie zorgt voor een lagere arbeidsproductiviteit. Penvriendin Rina Joosten-Rabou is het met hem eens en gaat nog een stapje verder: “AI gaat dit hele speelveld radicaal veranderen.”

Beste Rina,

Ken je het gezegde ‘van een bruiloft, komt een bruiloft’? Hetzelfde geldt ook voor de flexschil van organisaties. Van flex komt flex. Een werkgever die eenmaal het gemak ervaart van flex, bijvoorbeeld als oplossing voor wervingsproblemen, zal eerder (ondanks dat dit vaak niet gewenst is) een groter wordende flexschil krijgen dan een kleinere. Gemak wint vaak van slim en niets menselijks is ons vreemd!

Het is ook goed te verklaren, aangezien de Nederlandse arbeidsmarkt zich kenmerkt door haar enorme flexschil van zzp’ers, arbeidsmigranten, uitzend- en oproepkrachten, gedetacheerden en consultants. Een groot voordeel daarvan is dat het de economie en de arbeidsmarkt wendbaar en draaiende houdt, zoals we gezien hebben tijdens de pandemie en in tijden van grote personeelsschaarste. 

Een nadeel van deze hoge mate van flexibiliteit is dat de doorloopsnelheid van mensen bij werkgevers toeneemt (deze is de afgelopen 10 jaar bijna gehalveerd van gemiddeld 8 jaar bij een werkgever tot ruim onder de 5 jaar voor mensen in loondienst). Daarnaast is kennisbehoud een serieuze uitdaging en daarom is er ook effect op de arbeidsproductiviteit en productiviteitsgroei. Verloop is funest voor de (groei van) arbeidsproductiviteit.

Uit onderzoek van PwC blijkt dat de arbeidsproductiviteit bij de overheid tussen 2015 en 2022 met 14 procent gedaald is ten opzichte van het bedrijfsleven. Eén van de belangrijkste oorzaken is dat de overheid in grote mate afhankelijk is van flex. De flexschil ligt ver boven de 10 procent (van gemiddeld 18% bij gemeenten tot 23% bij de Rijksoverheid), wat tevens het knikpunt is voor ‘van flex komt flex’. 

Boven de 10 procent is het spreekwoordelijke ‘hek van de dam’. En, niet schrikken, bij sommige afdelingen, bedrijfsonderdelen en uitvoeringsinstanties ligt het percentage soms op 60 procent of meer. Ondanks dat nuance op haar plaats is (neem ik voor deze brief gemakshalve aan dat): als de inhuur van flex boven de 10% uitkomt, levert een organisatie productiviteit in.

Inmiddels telt Nederland 23.000 detacherings-, uitzend- en wervings- en selectiebureaus op een werkende populatie van 10 miljoen mensen. Op elke 434 werkende in Nederland is er een bureau, variërend van Randstad en YER tot en met een boutique headhunterskantoor of een eenpersoons uitzendbureau. En pikant is dat bureaus – in vergelijking tot andere wervingskanalen zoals referral, stages en jobboards – zorgen voor de meeste ‘bad hires’ bij werkgevers.

Ik durf daarom de stelling aan dat we in Nederland nauwelijks tot geen productiviteitsgroei meer zien omdat te veel mensen in de flexindustrie werken én er een te grote flexschil is, ondanks alle voordelen. Ik gun iedereen de vrijheid om als zzp’er te werken (lijkt me heerlijk), maar elke werkgever zou ik met klem op het hart willen drukken om – tenzij tijdelijk bij piek, ziek en bijzondere projecten – niet boven de 10% te gaan, omdat dan de productiviteit sterk gaat dalen. En met het voorkomen van een daling wordt groei gerealiseerd. Hoe zie jij dat?


Duocolumn Penvrienden over arbeidsproductiviteit

Rina Joosten-Rabou is CEO bij AI HR bedrijf Pera, dat al meer dan tien jaar high performance in organisaties onderzoekt en de patronen vastlegt met behulp van AI. Wat is toch het geheime recept van productieve medewerkers?

Geert-Jan Waasdorp, CEO van Intelligence Group, is al 25 jaar arbeidsmarktanalist en -kenner. Hij schreef in 2024 dat arbeidsproductiviteit de belangrijkste KPI voor recruiters en recruitmentteams zou moeten zijn. Het is het wapen tegen arbeidsmarktschaarste én voor werkgeluk.

Rina en Geert-Jan verzorgen tweewekelijks een duocolumn over dit onderwerp voor HRMorgen.nl


Beste Geert-Jan,

Ik begrijp precies waar je naartoe wilt met je vergelijking: ‘van flex, komt flex’. En het is waar, Nederland is een buitenbeentje in Europa als het gaat om de omvang van de flexschil en de rol van detacherings- en uitzendbureaus. Met 23.000 bureaus voor een werkende populatie van 10 miljoen mensen, is het systeem compleet verzadigd. Maar wat we nu zien, is slechts het begin van een revolutie in de manier waarop we naar werving en flexwerk kijken.

Kijkend naar de toekomst denk ik dat we op een kantelpunt staan. AI gaat dit hele speelveld radicaal veranderen. Niet alleen zal de vraag naar traditionele intermediairs afnemen, maar de manier waarop we talent herkennen, inzetten en behouden zal veel meer datagedreven worden. 

Platforms zoals Pera zijn al hard bezig om via algoritmes toppresteerders te identificeren, en dit is nog maar het begin. In vijf jaar tijd zullen AI-oplossingen in staat zijn om veel van de traditionele taken van wervingsbureaus over te nemen – van screening en matching tot performance forecasting. Wat betekent dat? Het einde van een significant deel van de 23.000 bureaus zoals we die nu kennen. Alleen de bureaus die de transitie snel en tijdig maken hebben bestaansrecht.

Waar we in Nederland gewend zijn geraakt aan een overdaad aan tussenpersonen en headhunters, laat AI zien dat het proces slimmer, sneller én goedkoper kan. Zullen we anders serieus overwegen om zelf een AI-headhuntersbedrijf op te zetten dat de kosten van het wervingsproces met maar liefst 50% kan reduceren? Denk daar eens over na: efficiëntere hires, minder bad hires, en lagere kosten.

Dit is geen verre toekomstmuziek, dit gebeurt nu al. Landen zoals Estland en Zweden hebben al een veel kleinere flexschil en zien door slimme technologie grotere productiviteit per werknemer. Dit laat zien dat het anders kan. Nederland kan niet achterblijven.

Dus  jouw oproep aan werkgevers om de flexschil te beperken tot onder de 10% is terecht, maar ik zou daar nog een stap verder in gaan. We moeten niet alleen de omvang van de flexschil heroverwegen, maar ook de manier waarop we talent identificeren en inzetten drastisch vernieuwen. En dat kan niet zonder AI.

Wat denk jij, Geert-Jan? Klaar voor een toekomst met minder bureaus en meer datagedreven werving?

Hartelijke groet,

Rina

3 reacties op dit bericht

  1. Jullie bekijken de flexibele schil enkel vanuit het standpunt van de werkgever. Net als dat gebeurt in de politiek, waar ook werkgevers wordt geroepen dat een vast contract het nieuwe normaal moet zijn. Zowel in het Kamerdebat als in jullie correspondentie mis ik de werknemer. Is het niet tijd dat de werknemer centraal komt te staan in deze discussie? En dan niet bekeken vanuit wat de politiek en werkgevers denken te weten over de behoeften van de werknemer. Wat wil de werknemer zelf?

  2. Hoi Martine,

    De werknemer wil steeds meer flex en flexibiliteit. Geen misverstand daarover. Dat hadden we best extra kunnen benadrukken.
    Tegelijkertijd is de werknemer rondom dit thema erg stil. Vakbonden dwingen ‘flexibiliteit’ af door vroegpensioen of 4 daagse werkweek. En rondom de grote doelgroep van 1,2M zzp’er en zelfstandigen zijn zowel belangenorganisaties als de doelgroep muisstil. Dat is toch raar? zeker nu deze groep maximaal wordt ‘aangevallen’ op hun flexibiliteit en gedwongen wordt naar loondienst…..
    Derhalve ben ik het met je eens, maar verbaast me de stilte ook wel

  3. De keuze voor een flexibele arbeidsvorm is persoonlijk en vaak geheel intrinsiek gemotiveerd. Je zou kunnen zeggen dat de werknemer van zich laat horen door te kiezen voor een flexibele vorm van werken. De politiek, vakbonden en werkgevers stappen hier te makkelijk overheen vind ik. Voor mij zegt deze beweging dat de manier waarop wij werk hebben ingericht niet meer past bij het hier en nu en al helemaal niet meer bij de toekomst. Hoe krijgen we politiek en werkgevers zo ver dat zij anders naar werk gaan kijken? Flexkrachten gaan waarderen op hun intrinsiek, toegevoegde waarde?